algemeen
bioinfo
bioquest
biopuzzel
fotoalbum
webteam
algemene links
publicaties
lesstof
inleiding
links
beheerder
gebruikersnaam
wachtwoord
copyright
© bioinfo.nl
disclaimer
b-rem
Inleiding | Stofwisseling
inleiding
links
H1: Stofwisseling
H2: Voeding en vertering
H3: Transport
H4: Gaswisseling en uitscheiding
H5: Impulsgeleiding
b1 | b2
h3 | v3
h4
v4
h5
v5
v6
lesstof
1. Stofwisseling
webquest
1. Hemofilie
2. Het ontstaan van kanker
3. Longkanker
4. Trisomie 21
5. DNA
6. Van DNA naar eiwit
kruiswoordpuzzel
1. Stofwisseling
2. Stofwisseling
3. Stofwisseling
gatentekst
1. Stofwisseling
meerkeuze
1. Stofwisseling
2. Stofwisseling
inleiding | Stofwisseling
itslearning.com
Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme. Dus bij de vorming van nieuwe stoffen of bij het vrijmaken van energie vindt stofwisseling plaats. Alle veranderingen van stoffen die in je lichaam plaatsvinden worden bij elkaar de stofwisselingsprocessen genoemd. Stofwisselingsprocessen kan je in twee groepen indelen: de assimilatieprocessen en de dissimilatieprocessen. Bij assimilatie worden organische moleculen opgebouwd uit kleinere moleculen. Het doel hiervan is het opbouwen van organische stoffen waaruit een organisme bestaat. Een voorbeeld van assimilatie is: koolstofassimilatie en voortgezette assimilatie. Koolstofassimilatie is de vorming van glucose en zuurstof uit koolstofdioxide en water. Een andere naam voor koolstofassimilatie is fotosynthese.
Voortgezette assimilatie is de vorming van andere stoffen uit glucose. De stoffen die onder andere gevormd kunnen worden zijn; koolhydraten, vetten en eiwitten. Bij dissimilatie worden organische moleculen afgebroken tot kleinere moleculen. Het doel hiervan is het vrijmaken van energie. Deze energie komt vrij in verschillende vormen, bijvoorbeeld kinetische energie of warmte. De energie kan ook worden vastgelegd als chemische energie. Meestal word door dissimilatie van glucose energie vrijgemaakt. De dissimilatie van glucose kan aëroob (met zuurstof) of anaëroob (zonder zuurstof). Bij aërobe dissimilatie worden glucosemoleculen helemaal afgebroken, er worden koolstofdioxide en watermoleculen gevormd. Voor het grootste gedeelte vindt de aërobe dissimilatie van glucose plaats in mitochondriën. Bij anaërobe dissimilatie worden glucosemoleculen niet helemaal afgebroken. In de eindproducten zit nog veel energie. Er komt dan ook veel minder energie vrij dan bij aërobe dissimilatie. Voorbeelden van anaërobe dissimilatie zijn: alcoholgisting en melkzuurgisting.Er word in een organisme niet alleen glucose gedissimileerd. Er worden ook koolhydraten, vetten en eiwitten gedissimileerd.
datum: 15 apr 2021
contact:
jeroen maréchal
version: 1.0